Lieve
zoon...
Lieve zoon,
Ik schrijf deze brief langzaam,
want ik weet dat je nog niet snel kan lezen. We wonen niet meer op dezelfde plek
als toen je vertrok. Je vader las in de krant dat de meeste ongelukken dicht bij
huis gebeuren, dus zijn we maar verhuisd. Jammer genoeg kan ik je het adres ook
niet sturen, want de mensen die hier woonden hebben het huisnummer meegenomen
toen ze verhuisden zodat ze hun adres niet hoefden te veranderen.
Het is hier echt erg leuk. Er is zelfs een wasmachine. Ik weet wel nog niet of
het goed werkt, want vorige week heb ik er kleren ingedaan en ze nooit meer
teruggezien.
Het weer is ook best wel mooi hier. Vorige week heeft het maar twee keer
geregend: de eerste keer drie dagen en de tweede keer vier dagen.
Die jas die je vroeg, oom Henk zei dat het te zwaar zou zijn om over de post te
sturen, dus we hebben de knopen maar afgesneden en in de zakken gedaan.
Gisteren heeft Mark zijn sleutels in de auto opgesloten. We maakten ons zorgen,
want het duurde zeker twee uren om mij en je vader eruit te krijgen.
Je zus Anne is vanmorgen bevallen. We weten nog niet of het een jongen of meisje
is, dus ik kan je nog niet zeggen of je oom of tante geworden bent. De baby
lijkt sprekend op je broer.
Oom Henk is vorige week in een vat whisky gevallen. Een paar kerels probeerden
hem eruit te trekken, maar hij heeft zich dapper verzet. We lieten hem cremeren,
en hij heeft zeker drie dagen lang gebrand.
Voor de rest is er geen nieuws. Er gebeurt hier niet zoveel hoor.
Liefs,
Ma
p.s.: Ik zou wat geld voor je sturen, maar ik had de enveloppe al dichtgeplakt.
,
Rutger Janssen, RJWEB group ©, 23 maart 2007